‘t Is weer van dattum

Omdat mensen zonder de minste twijfel de meest aanmatigende bewoners van de aardkloot zijn, die zich zelfs met de tijd willen bemoeien, mogen we straks naar halfjaarlijkse gewoonte weer alle klokken, horloges en uurwerken een beurt geven. In de komende nacht doet de zomertijd zijn intrede en dat zullen we geweten hebben. Zouden er eigenlijk statistieken bestaan betreffende het aantal ongevallen dat tijdens het gekleuter met wijzerplaten plaatsgrijpt? Te mijnent dien ik bijvoorbeeld enkele beklimmingen uit te voeren, waarbij ik me meestal met een stoel behelp, en ik veronderstel dat dit op een ander ook zo is. Het verlaten van de begane grond houdt altijd een risico in en zeer zeker ik mijn geval, omdat ik ook nog met hoogtevrees opgezadeld ben.

Als we de overschakeling tot een goed einde brengen en niet met gebroken botten in het ziekenhuis belanden, kunnen we als beloning dan ook nog over minder nachtrust beschikken. Ik vermors niet graag tijd, maar op bevel van hogerhand berooft men ons vannacht van zo maar eventjes zestig minuten, want twee wordt drie. Nog steeds heerst er daaromtrent grote verwarring en om die reden doe ik jullie even een ezelsbrug aan de hand, zodat jullie nooit meer zullen twijfelen. Jullie hoeven slechts dit eenvoudige zinnetje te onthouden: in het voorjaar gaat de klok vooruit. Voorjaar, vooruit! Als dat niet handig is!

Dat sjoemelen met de tijd is alleszins niet goed voor mijn algemene welbevinden. Zoals ieder jaar zal mijn hele kadaster erdoor in de war raken. Het gooit mijn circadiaanse ritme overhoop, het ontregelt mijn biologische klok en het zadelt me op met een eigengereide kater, alsof ik door een kanon afgeschoten ben. Ach, mijn rug is glad en breed en ik kan nog zoveel willen. Ik zal het moeten uitzitten en probeer er in alle geval het beste van te maken.

The Author