Met de klompen op het ijs

Kennissen van me, die fortuinlijk geboerd hebben, vertoeven op het eiland Mauritius: dat stuk van de hemel dat in de zee gevallen is. De mazzelpikken! Ze hebben me gevraagd om hier een oogje in het zeil te houden, zodat ze bij hun thuiskomst niet voor onaangename verrassingen, of zelfs verassingen komen te staan.

Gisteren begaf me ik me naar hun villa, om me van die taak te kwijten. Ik stelde niet zonder tevredenheid vast dat er geen koutje aan de lucht was en maakte rechtsomkeer, maar toen viel mijn oog op een helblauw voorwerp, dat zich aan het venster van de tuinkeet vertoonde. En ja, omdat ik nu eenmaal zo nieuwsgierig als een ekster ben … Het was een trampoline.

Nu koester ik al heel lang het ietwat kinderlijke verlangen om me op een trampoline uit te leven. Plots lag de verwezenlijking van die droom binnen handbereik. Ik was helemaal alleen. Niemand kon me zien of betrappen. Het kostte me weinig moeite om het toestel te bevrijden en op het grasveld neer te poten. Ik spiedde kwajongensachtig om me heen, grijnsde als een huzaar op vrijersvoeten en klom aan boord.

Met een jarig gezicht waagde ik me aan enkele voorzichtige sprongen en dat ging lekker. Het was alsof ik me aan mijn eigen billen optilde. Samen met mijn zelfvertrouwen groeide ook mijn driestheid. Ik gaf een tamelijk ingewikkelde salto ten beste en toen ik landde, scheurde plots de mat. Ik kwam met mijn delicatessen op het stalen frame terecht en mijn hele munitiedepootje ontplofte.

Dat was één keer en nooit weer. Ik heb trampolinespringen afgevinkt op mijn verlanglijstje. Gezien, gehad, gedaan. Mij krijgen ze daar niet meer voor. Het kan me niet bezielen.

The Author