Meneer spreekt talen 3

Toen ik aan de tapkast van de dorpskroeg een Spaans telefoongesprek beëindigde, sprak de jongen die naast me zat me aan. Hij vertelde me dat hij Thomas heette en graag de taal van Cervantes wilde leren, waarna hij met de onderstaande anekdote op de proppen kwam. 

Tijdens de voorbije zomer was hij met een aantal kameraden op een caféterras in de Brugse binnenstad neergestreken. Aan een belendende tafel hadden vier Spaanssprekende meisjes plaatsgenomen. Met bakvisgedrag — gefluister, blikken, lachjes en gegniffel — verried een van die huppelkutjes dat ze de knappe Thomas zag zitten, dus vonden zijn gabbers dat hij zich die kans niet mocht laten ontglippen. Hoe kon hij toenadering zoeken? Dat wist Olivier, die al zijn vakanties aan Iberische costa’s doorbracht en volgens zijn zeggen een aardig mondje van de aldaar gebezigde taal sprak. Een vuurtje vragen was in Spanje de gebruikelijke manier om met een onbekende een gesprek aan te knopen. Mag ik een vuurtje van je? luidde daarginds: ¡Quiero que me la chupes! Dat werd even gerepeteerd en vervolgens had Thomas zich, voorzien van een charmante glimlach en een sigaret, bij dat wicht aangemeld, om ten aanschouwen van de hele terrasbevolking en wat voorbijgangers een pletsende lel van die señorita te krijgen. Zelfs Olivier begreep haar woedende reactie niet en schreef die toe aan een hartgrondige afkeer voor roken.

Voor degenen die net als Thomas en zijn vrienden geen Spaans begrijpen, zal het wellicht volstaan om per Google de betekenis van het werkwoord chupar op te zoeken, als je die al niet kunt raden.

The Author