Zwemmen op het droge

Ik belandde onverhoeds op een luidruchtig feest. Vandaag de dag heet dat een fuif, meen ik te weten. Knoerdharde muziek ─ rampestampen en puinbakken ─ schudde aan de lichamen van een bende halfgaren, die ongebonden zelfexpressie tentoonspreidden en zelfs tot het uiterste dreven. Drie meisjes stonden met delicate voetbewegingen denkbeeldige torretjes te vermorzelen, terwijl de jongens in hun buurt schijnbaar piepers tot puree trappelden. Enkele huppelkutjes moesten blijkbaar nodig, maar alle wc’s waren bezet. Een kwikzilverige snaak zeilde heen en weer alsof hij voortdurend koeienflatsen moest ontwijken en een andere snuiter caprioleerde alsof de vloerverwarming op honderd graden stond.

Ik ontsprong evenwel de dans en beperkte me tot toekijken, want ik wilde me niet belachelijk maken. Vroeger heb ik me nochtans aan zulke moderne bewegingsvormen overgegeven. Daar ben ik echter finaal mee gestopt nadat men me confronteerde met een filmpje dat men daarvan gemaakt had. Mijn tenen krullen nog als ik eraan denk. Tegenwoordig beperk ik me tot de klassiekers. Zo heb ik bijvoorbeeld een nogal spectaculaire, want authentieke Argentijnse tango in de benen. Als je even doorklikt naar het stukje dat ik daarover schreef, Swingend als een tiet, zul je daar een video van zo’n uitvoering aantreffen. Nee, die danser ben ik niet, maar mijn voetenwerk is bijna net zo goed.

Op het feest waarvan hierboven sprake weerklonk er evenwel geen enkele keer tangomuziek. Nu ja, waarschijnlijk was er toch geen partner aanwezig die deze dans samen met mij kon bolwerken, want die zijn dun gezaaid. Ik denk dat ik binnenkort maar eens de oversteek naar Argentinië zal maken.

The Author