Lol in de liefde

Ik had wat met iemand te bespreken. Omdat ik luiden die ik nauwelijks ken liever niet bij me huis ontvang, koos ik ervoor om hem in een plaatselijke drenkplaats te ontmoeten.

Terwijl ik daar zat te wachten, dook een vrolijk stel het café binnen. Ze nestelden zich aan een belendend tafeltje en begonnen aardigheidjes uit te wisselen. Uit hun hele manier van doen meende ik te mogen opmaken dat ze niet getrouwd waren, of toch alleszins niet met elkaar, en vermoedelijk was het hun eerste ontmoeting.

Zij had zich voor de gelegenheid in een soortement huidstrak haltertruitje gewurmd, waardoor zij een decolleté tentoonspreidde dat weinigen onberoerd zou laten en waarin mijn blik met een smak omlaagstortte. Haar gezapig klotsende borsten waren oogmagneten, waarvan zelfs ik de aantrekkingskracht gewaarwerd.

Hij zag er mij niet bepaald een soepele casanova, maar eerder een beetje een sul uit en hij gebruikte ook voortdurend dat schaapachtige lachje, waarmee verliefden meestal toegerust zijn.

─“Wist je dat schildpadden eigenlijk kunnen vliegen?” glunderde ze opeens. Nee, dat wist hij kennelijk niet, want hij schilderde buitensporige verrassing op zijn gezicht en olijke vraagtekens twinkelden in zijn ogen. “Jammer genoeg zijn ze zo traag dat ze niet kunnen opstijgen”, voltooide ze haar mopje.
Nou, hij lag in een deuk hoor! Hij kwam haast niet meer bij, maar slaagde er toch in om ondertussen haar borsten onder gulzige blikken te bedelven, want zij schudde natuurlijk ook van het lachen en alles schudde mee.
─“Gij zijt nogal een patéke!” bedacht hij haar naar adem happend met een complimentje en nadat het in goede aarde gevallen was, kwam hij op zijn beurt met een geestigheid op de proppen: “Hoe heet een boemerang die niet terugkeert?” Ze keek hem aan alsof hij een geweer op haar richtte en bleef het antwoord schuldig. “Een stok!” riep hij enthousiast.
Ze raakte weliswaar reddeloos uit de plooi en wekte de indruk dat ze zich zowat zat te bezeiken, maar de grap kwam niet aan, dat zag ik er zo aan af. Vermoedelijk wist ze geeneens wat een boemerang was, laat staan eentje die weigert terug te keren.

De witzen en verbale zevenklappers bleven me klits klats om de oren vliegen. Met zo’n onuitputtelijke moppentrommels in de buurt dreigde het leven weer leuk te worden. Helaas kwam toen mijn afspraak binnen en was het althans voor mij uit met de pret, want zij gingen er onverstoorbaar mee door.

Het kan haast niet anders of daar is seks van gekomen. Nu ja, voor mij niet gelaten.

The Author