Pépé beleeft een onvergetelijke dag

Ik bracht de druilerige zondagmiddag door in het gezelschap van Reinhold, met wie ik heel lang bevriend ben en die hier al vaker opdook, want we delen talloze verkwikkende herinneringen en blijven af en toe gezamenlijk dartel in het leven duiken.

Op de televisie voltrok zich een rit van de Tour de France, die zich van het Franse Belfort naar Porrentruy in Zwitserland voortbewoog. Reinhold verbasterde de uitspraak van laatstgenoemde stad tot porrentrui, alsof het een tricot betrof van een studente, die we in Vlaanderen een por plachten te noemen.
─”Dat zal ongetwijfeld een tiets truitje zijn”, gniffelde ik en mijn gezel gnuifde met me mee, want hoewel Van Dale nergens melding maakt van het woord tiets gebruiken wij het sinds jaar en dag om er een door overdreven strakheid rondborstig kledingstuk mee aan te duiden.

Ergens in de berm van de weg naar Porrentruy zat pépé in een klapstoel op de komst van de renners te wachten. Zijn nakomelingen hadden hem zijn zondagse pet opgezet en stonden hem op toezichthoudende wijze terzijde, want de brave man was oud en der dagen zat. Ze konden evenwel niet verhinderen dat hij danig in het gedrang kwam toen er vlak voor hem vier renners ten val kwamen. Op de televisie was herhaaldelijk te zien hoe pépé met zijn stoeltje en zijn hele hebben en houden de berm afgleed en drie meter dieper in de sloot terechtkwam. Ik zal nooit de paniek in zijn ogen en zijn om hulp smekende armen vergeten.

Ik weet het: een mens hoort niet te lachen met andermans ongeluk, maar als ik getuige ben van zoiets … ja, dan kun je me wegdragen, hè.

The Author