Dofje

Naar halfjaarlijkse gewoonte heb ik mijn matras omgedraaid. Ik weet niet wat voor nut dat eigenlijk heeft, maar ik heb het mijn moeder altijd zien doen: bij aanvang van zomer en winter keerde ze de matrassen. De zomer is weliswaar nog niet officieel begonnen en ik ben dus een paar dagen te vroeg, maar ik voelde vanmorgen jeugdige kracht in me ontwaken en die heb ik snel aangewend om het klusje te klaren, want het wentelen van zo’n tweepersoonsmatras moet je vooral niet onderschatten. Dat zijn bijzonder onhandelbare monsters. Je hebt er geen pak aan, zeggen we hier te lande.

En kijk, terwijl ik met mijn matras worstelde — de poezen hadden zich zekerheidshalve elders in de woning verschanst, omdat ze me kennen — kwam er plots een enveloppe met inhoud tevoorschijn. Ik kon me niet herinneren wanneer en waarom ik die daar verstopt had, hetgeen mij met opperste verbazing vervulde, want als er geld mee gemoeid is, heb ik zelden last van geheugenverlies.

Zoals het een echte vrek betaamt, heb ik verlekkerd zitten tellen. Nu ja, een dagtaak had ik daar niet aan, want zeven biljetten van tien euro kan men bezwaarlijk een hoop geld noemen.

Ik heb zin om iets te kopen, maar ik weet niet wat.

The Author