Koeterwaals

Het zal rond een uur of vijf geweest zijn dat de bel ging. Bij de deur trof ik een vrouw van exotische origine aan, geflankeerd door een aandoenlijk mooie peuter, wiens stuitergrote zigeunerogen blonken als die van een roofvogel. Ze lachte innemend en bedolf me toen onder een reeks onverstaanbare klanken.
─"Toeva lokate mori ta bersa kolmi roe va sete tai na mera poe za kali fen."
Zo heb ik het onthouden, maar neem het mij vooral niet kwalijk als ik me vergis.
─"Pardon?" fronste ik. "U zegt?"
Ze glimlachte opnieuw en diste me nog een keer dezelfde zin op. Ik kon er geen touw aan vastknopen.
─"Français?" probeerde ik. "English? Deutsch? Español? Italiano?"
Ze schudde het hoofd en ondernam een derde poging, met hetzelfde resultaat.
─"Sorry," schokschouderde ik hulpeloos, "maar ik begrijp u echt niet. I don’t understand …"
─"Tamoe!" zei ze en ze bedacht me met een hoffelijke wai. "Tamoe ta."
Ze glimlachte oorverdovend, nam het kind bij de hand en vertrok.

Ik vraag me af waarvoor ik toestemming heb gegeven. Misschien heb ik wel iets gekocht. Spannend!

The Author