Uitvaagsel

Enkele weken geleden promoveerden de bewoners van de kustprovincie de benaming zurkeltrutte tot het mooiste West-Vlaamse woord. Gisteren kruiste een feeks mijn levenspad, die niet alleen de eigenschappen van een zurkeltrutte ─ belachelijk, dom, naïef ─ belichaamde, maar daar zelfs nog een gemeen schepje bovenop deed.

In bracht een bezoek aan het ziekenhuis en aan de echtgenote van een vriend. Men had kanker bij haar vastgesteld en een borstamputatie was noodzakelijk gebleken, hetgeen ongetwijfeld een bijzonder ingrijpende ingreep is. Ons gesprek verzandde voortdurend, want ik raakte een beetje mijn tramontane kwijt omdat zij behoorlijk op slot zat en zich telkens in een nimbus van peinzend zwijgen hulde.

Gelukkig verscheen toen haar man en even later ook hun buurvrouw, een onderwijzeres nota bene, die binnen de kortste keren bewees wat voor gruwel van een mens ze was. Ze bestond het namelijk om aan mijn vriend te vragen of hij voortaan een knuffel mee naar bed zou nemen, aangezien hij een van zijn gebruikelijke speeltjes zou moeten missen. Ik flikkerde bijna van mijn stoel af. De zeven paarden die haar uit de klei getrokken hadden, stond daarvan nog na te hijgen. Ik zag dat mijn vriend en zijn vrouw zich daar ook zeer onbehaaglijk bij voelden. Het kostte me heel wat moeite om mijn kiezen op elkaar te houden, maar het ene woord zou ongetwijfeld het andere uitgehaald hebben en ik vond dat het zo al welletjes geweest was.

Wat staan sommige mensen toch ongehoord bot in het leven. Ik heb die lompe boerentrien moedwillig geen hand gegeven toen ik vertrok.

The Author