Bim bam beieren

Ik meende gisteravond eerst dat ik hallucineerde, maar aangezien ik geen enkele substantie gebruikt had die zo’n effect kon bewerkstelligen, diende ik mijn gedachten bij te sturen naar de veronderstelling ik dat ik bezig was een ufo gade te slaan: een buitenaards tuig dat bij ons in de wandeling een vliegende schotel heet. Ook dat strookte niet met de werkelijkheid, want hetgeen ik aanschouwde, bleek ras een voorbijfladderende paasklok te zijn, die zich met rasse tred … eh … met kwieke vleugelslag naar het verre Rome begaf.

In de meeste landen zijn hazen de leveranciers van paaseieren, maar in België en Frankrijk doen de kerkklokken dat. Tijdens de plechtigheid waarmee katholieken op Witte Donderdag het Laatste Avondmaal van Jezus en zijn apostelen herdenken, verwerven alle torenklokken plots een stel vleugels en stijgen ze hemelwaarts, om gezwind naar Vaticaanstad te klapwieken, waar de paus ze eigenhandig met een vracht eieren van suikergoed en chocolade opzadelt, die ze bij hun terugkeer in het vaderland, op paaszondagmorgen, met gulle klepel uitstrooien in tuinen en plantsoenen. Ja, ze hebben ons veel roomse folklore opgelepeld toen we nog jong, weerloos en ontvankelijk waren.

De paasklok of de paashaas … het kan me geen ene moer verblotekonten wie me zondag paaseieren brengt. Het hoeven van mij zelfs geen chocolade-eieren te zijn. Met zo’n dingetje van Fabergé ben ik al heel tevreden.

The Author