Niet waait, niet wind

Gisteren woedde er een zuidwesterstorm en men voorspelt dat de wind vanavond opnieuw tot stormkracht zal aanstijven. Ik moet bekennen dat ik bij zo’n weer behoorlijk in de piepzak zit en danig op mijn qui-vive ben.

Voor jullie me ietwat meewarig als een schijtlijster bestempelen, wil ik toch graag even meegeven dat ik een bos woon en dat er vlak naast mijn optrekje een paar majestatische kleppers van bomen verrijzen. Als die besluiten er de brui aan te geven, door te kapseizen en me letterlijk op het dak vallen, is het gebeurd met de koopman. Dan zal mijn onder het natuurgeweld verpletterde huisje vermoedelijk tijdens het televisienieuws op jullie scherm verschijnen, terwijl mijn katten op deerniswekkende wijze een lijkwagen nakijken, die langzaam over de oprijlaan schrijdt en mij naar het dorp van de eeuwige vakantie transporteert …

In bestsellende trilogieën zoals bijvoorbeeld ‘En eeuwig klotsen de bossen’ voert men winden op die vertederd de boomhoofden aaien, ruisen de dennen vaak op romantische wijze en suizelt er weleens een avondkoeltje door het lover. In mijn biografie zal de wind … even pauzeren voor het dramatisch effect … in regenjas over de poldervlakte razen, zich dan met een loeiende spotlach op de bomen die mij omsingelen storten, door de weeklagende kruinen zwabberen terwijl je mijn reet als doppenwipper kunt gebruiken.

Ik kan alleen maar afwachten, bidden in vele talen en hopen dat ik morgen geen nieuwsitem zal zijn.

The Author