Op zoek naar het snelle geld

In een verloren hoek — en daaraan ontbreekt het me hier niet, want als mijn stulp van iets goed voorzien is, dan zijn dat verloren hoeken — stuitte ik onlangs op een fraai kistje, waarin een viool lag te slapen. Ik kreeg meteen eurotekens in mijn ogen.

Nog maar enkele jaren geleden heeft het New Yorkse veilinghuis Christie’s immers zo’n door Antonio Stradivari gebouwd klaaghout verpatst voor het krankzinnige bedrag van 2,74 miljoen euro.

Het is niet dat ik op mijn tandvlees loop, of dat de muizen hier dood voor de kast liggen, maar ik heb graag wat besteedbaar geld in mijn portefeuille. It’s a cash world en ik pleeg nogal vaak in Bermudadriehoeken voor kredietkaarten verzeild te raken.

Men schat dat Antonio Stradivari (1644-1737) tijdens zijn leven ongeveer elfhonderd instrumenten gebouwd heeft. Daarvan zijn er nog een kleine zeshonderd in omloop, al kent men van sommige de huidige plaats van oponthoud niet … omdat ze gestolen zijn, tiens! Misschien had ik een vooralsnog onbekend exemplaar te pakken, of anders had een van mijn voorouders — de kist met inhoud is door erfenis bij me terechtgekomen — zich ooit op het slechte pad begeven, om zich bij die gelegenheid op onrechtmatige wijze een viool toe te eigenen. Wie zal het zeggen?

Ik loerde en spiedde door de sierlijke kieren van de klankkast, teneinde daarbinnen het bewijs van echtheid te ontdekken, zijnde het papieren label met de Latijnse tekst: ‘Antonius Stradivarius Cremonensis Faciebat Anno xxxx’ maar vermocht niets van die aard te ontwaren. Waarschijnlijk had het ondeugende zoontje van een zeer beroemde violist ooit het instrument in handen gekregen en dat papiertje losgepeuterd …

Ik heb mijn vondst meegenomen naar een kennis van me en op weg daarheen kwam ik al in een luxueuze stemming, want ik stond immers op het punt rijk te worden. De man houdt zich beroepshalve met antieke objecten onledig, waar hij eigenlijk zelf al bijhoort. Hij kuiert richting negentig, maar hij heeft nog steeds een polsslag en dus alle redenen om optimistisch te zijn … en dat is hij ook. Hij krast zelfs nog heel behoorlijk op een viool en slaagt er zelfs in emoties uit zo’n instrument te zagen.

Ik reikte hem uiterst voorzichtig mijn Stradivarius aan.
─“Da’s een waardeloos prul”, zei hij vrijwel meteen en op een toon die geen tegenspraak zou dulden.
Volgens mij is hij nu toch bezig de greep op zijn leven kwijt te raken en begint hij wat te dementeren.

Ik heb op zolder nog een paar schilderijen staan. Misschien dat ik een Picasso onder het stof vandaan kan blazen. Of anders een Rubens. Ook in 2010 zijn de wonderen de wereld niet uit … en die Rechtvaardige Rechters moeten toch ooit eens opduiken.

The Author