Niet voor gevoelige kijkers

Zoals ik al meldde, was ik gisteren niet bepaald lustig van hart. Om die reden liet ik de zeurderige zondag rustig voorbijkuieren, hetgeen overigens aardiger ging dan ik verwachtte. Tegen zevenen zat ik schouwlustig voor mijn televisie, om mijn dagelijkse portie nieuws binnen te rijven. Het duurde niet lang of het islamitische Offerfeest kwam aan bod, dat gepaard gaat met het ritueel doden van schapen, geiten en zelfs runderen. Ik hoefde absoluut niet te zien of te horen hoe men die weerloze dieren naar de slachtbank leidde en ging luid neuriënd naar de keuken, om er met potten en pannen te rammelen. Waarom moeten mensen die in een feeststemming sukkelen altijd dieren vermoorden om dat te vieren? Ik heb het nooit begrepen en eigenlijk wil ik het ook niet begrijpen.

Hoewel ik nauwelijks belangstelling voor sport heb, veronachtzaamde ik het om een ander kanaal te kiezen of het toestel af te zetten, zodat ik in het programma Sportweekend terechtkwam. Daar toonde men hoe het beste springpaard ter wereld ─ de vijftienjarige Nederlandse hengst, Hickstead ─ tijdens een jumping in Verona een foutloos parcours aflegde en vervolgens ineenzakte, om stuiptrekkend te sterven. Ik werd daar niet bepaald vrolijk van. Mijn toch al beschadigde humeur veranderde gelijk in recalcitrante verontwaardiging. Er was niets sportiefs aan de schielijke dood van dat fraaie dier en dus hoorde men dat ook niet aan de kijker op te dissen. Zulke beelden blijven door mijn hoofd spoken.

Ik constateer trouwens niet zonder verbazing en zelfs met enige bezorgdheid dat het vermoorden van mensen me minder raakt dan het doden en sterven van dieren. Later op de avond was ik immers getuige van de gorgonische massacre die een ontploffende bom op een marktplein had aangericht: verminkte lichamen, afgerukte ledematen, vergoten bloed. Je hoort me absoluut niet beweren dat het mij onverschillig liet, maar het gleed toch een beetje langs me af, alsof ik er met gelijkmoedigheid in berustte. Een ander zien sterven, bewijst dat jij nog leeft. Sindsdien zit ik wat te prakkeseren, om dat verschil in reactie van tekst en uitleg te voorzien, maar ik ben er nog steeds niet uit. Ik zal nog wat bedenktijd nodig hebben.

En over enkele weken vieren ze Thanksgiving in de Joenaaitud Steets, hetgeen ook weer met een apocalyptische slachtpartij gepaard gaat. Je zult daarginds maar als kalkoen het levenslicht zien.

The Author