Kwispelstaarten

Asperges me! Het zijn de eerste woorden van het lied dat men in katholieke kerken ten beste geeft net voor de zondagse hoogmis begint. De priester schrijdt ondertussen van voor naar achter door het gebedshuis en keert vanzelfsprekend ook op zijn stappen terug, want als hij van die gelegenheid gebruik maakte om snel naar buiten te glippen, zou er van die hoogmis niets in huis komen natuurlijk. Tijdens die wandeling laat hij zich vergezellen door een meestal jonge slaaf, die een met gewijd water gevuld vat draagt, waarin zijn meester af en toe een grote kwast onderdompelt, om vervolgens met zwiepende bewegingen het wijwater over de zingende aanwezigen te verspreiden. Tja, als men uit volle borst asperges me staat te kwelen, hetgeen besprenkel mij betekent, mag men zich aan zoiets verwachten. Dan vraag je erom. Ik kan jullie slechts één raad geven: mochten jullie ooit van plan zijn om een hoogmis bij te wonen, dan kunnen jullie maar beter niet al te dicht bij het gangpad plaatsnemen, want zo’n kwispel kan behoorlijk veel water bevatten …

Maar nu ter zake! Jongens en mannen hebben ook een kwast — het formaat laten we hier even buiten beschouwing — waarmee ze water kunnen sprenkelen en die — o toeval! — enigszins het uitzicht van een asperge heeft. Is het misschien daarom dat talloze piemeldragers zich geroepen voelen om met hun asperge een eigen versie van het Asperges me ten beste te geven?

Ik ben een zindelijk mens en ik besteed grote zorg aan het kleinste kamertje in mijn woning. Je hoort me niet beweren dat je er van de grond kunt eten, want dat zou een tikkeltje overdreven zijn, maar je kunt er altijd komen. Het is er kraaknet en het ruikt er lekker naar lelietjes-van-dalen. Bovendien heb ik er een olijk tegeltje opgehangen, dat ik hier al eens eerder opgevoerd heb, met name in Tegeltjeswijsheid, en dat meteen in het oog springt als men zich voor de pot opstelt om op mannelijke wijze de blaas te ledigen. Het vertoont een pisbak die met twee wenkende handen toegerust is en het opschrift luidt: Kom gerust dichterbij, want hij is korter dan je denkt.

Niettegenstaande deze waarschuwing heeft een bezoeker zich daar gisteren toch weer aan een Asperges me van je welste overgegeven, de hele boel ondergepist en het kokhalzende opruimen aan mij overgelaten. Ik zal die smeerkees straks eens e-mailtje sturen en vragen of hij dat thuis ook doet.

The Author