De overval

Toen ik vanmorgen aan de kassa van de Colruyt braafjes mijn beurt afwachtte, klonk er plots een teelbalbeklemmend en tepelverstijvend schot. Een dame gilde als een konijn in de beet van een wezel en ik zag een nogal vermolmd oudje ijlings onder zijn boodschappenwagen wegduiken. Ook mijn hart miste een paar slagen en moest zich toen reppen om de achterstand in te halen.

Spoedig bleek dat er zich geen overval voltrok en dat de oorzaak van die knal geen vuurwapen was, maar een ordinaire houten pallet, die het wicht van de lege flessen en kratten met grote nonchalance op de vloer neergooide. Het vermolmde oudje diende hulp in te roepen om overeind te komen en toen hij opnieuw op de been was, priemde hij een vermanende vinger in de richting van het meisje en mopperde: “Als je dat vaker doet, zal er zich ooit iemand een hartverzakking schrikken en dan ligt er hier een dode aan de kassa. Wil je dat op je geweten hebben?”

Het mokkel haalde verveeld de schouders op en greep een pallet, die met een oorverdovende knal op de vloer belandde. Het scheelde niet veel of er ontstond daar een opstootje van verontwaardigde klanten, schrijver dezes incluis.

The Author