Manten en Kalle

Ik heb jullie gisteren kond gedaan van het onaangename akkefietje dat ons, mijn reisgezel Reinhold en ik, aan de grens van Turkije met Griekenland te beurt viel en groot oponthoud veroorzaakte, waardoor we in de auto dienden te overnachten. Er bestaan ongetwijfeld comfortabelere plekken, maar we overleefden het …

… en brachten vervolgens een meerdaags bezoek aan Athene, waar de heerlijkste gewrochten, ooit door mensenhand geschapen, onze bewondering afdwongen. Daarna toerden we een week of wat door de Peloponnesus. Het was tijdens deze tocht dat we twee Griekse landschildpadden van het asfalt plukten, ze Manten en Kalle doopten en ze in een kartonnen doos een plaatsje op de achterbank gaven, waar we ze gul van sla en tomaten voorzagen. Met zijn vieren bereikten we de havenstad Patras, waar we inscheepten teneinde de Ionische Zee over te steken en voet aan wal te zetten in het Italiaanse Bari.

Ik reed mijn auto van het schip en terwijl ik die richting douane stuurde, gaf ik mijn passagier nog de goede raad mee om vooral zijn kakel te houden, want met zijn charmante babbel had hij aan de Turks-Griekse grens de boel verziekt en het oponthoud veroorzaakt, zoals jullie gisteren konden lezen. Hij gehoorzaamde braafjes, maar het mocht niet baten: men rangeerde ons opnieuw uit de rij en weer dienden we het voertuig te verlaten. Ze kwamen met een hond aandraven. Die hond snuffelde. En die hond blafte! En weer maakte men aanstalten om het slopen van mijn voertuig aan te vatten.
─“Zou het niet aan onze schildpadden kunnen liggen?” opperde ik snel.

Toen ze van hun verbazing bekomen waren en lacherig enkele opmerkingen over zuppa di tartaruga gemaakt hadden, kregen we de toestemming om Manten en Kalle uit te laden, waarna de hond een nieuwe inspectieronde maakte en net als Reinhold zijn klep dichthield.

En weg waren we, nieuwe avonturen tegemoet …

Manten en Kalle zijn later gerepatrieerd en in hun habitat uitgezet.

The Author