Wat nu gestameld?

Je hebt iets nodig of je wil wat doen en je begeeft je gezwind naar de plaats waar je dat iets moet halen of verrichten, maar als je er aankomt, kun je je absoluut niet herinneren wat je daar komt zoeken of uitvoeren.

Herkennen jullie die ietwat vreemde situatie? Ik durf geredelijk te veronderstellen dat ik niet de enige ben die soms last heeft van zo’n hiaat in het geheugen. Mijn moeder had het ook en van haar heb ik geleerd dat je in zo’n geval onmiddellijk moet teruggaan naar de plek waar de gedachte of de intentie ontstaan is. Je keert als het ware even terug in de tijd en daar zal je meestal de draad aantreffen die je onderweg kwijtgeraakt bent, waarna je van voren af aan kunt beginnen. Ik moet toegeven dat het inderdaad vaak lukt.

Gisteren werd ik geconfronteerd met een zeldzamere variant van dit euvel. Toen ik de bel van de voordeur hoorde, was ik buiten bezig, dus begaf ik me via de oprit van de garage naar de voorkant van het huis. Ik zag een jongeman staan die ik slechts vaag ken, maar waarvan ik weet dat hij kwalijk spreekt. Hij stottert verschrikkelijk. Hij hoorde of zag me niet aankomen, want hij staarde gespannen naar de deur, omdat hij natuurlijk verwachtte dat daar iemand zou verschijnen. Hij schrok zich dan ook de vellen toen ik mijn stem plots achter hem verhief. Hij keek me onthutst aan en vermocht geen woord uit te brengen, al probeerde hij dat wel, maar meer dan wat onwelluidende klanken kreeg ik niet te horen. Hij was in zijn mond geblazen. Zo omschrijven wij in het West-Vlaams dat onvermogen tot spreken. De uitdrukking zullen jullie dus niet in Van Dale aantreffen, maar het betekent ongeveer hetzelfde als met de mond vol tanden staan.

Hij gebaarde met zijn hand dat ik moest wachten, klom op zijn fiets, reed een honderdtal meter van me weg, keerde terug en kon me toen moeizaam vertellen waar hij voor kwam. Is dat niet vreemd? We hebben nog wat zitten praten en ik was blij te vernemen dat men probeert wat aan dat stotteren te doen. Ik had hem eigenlijk graag willen vragen of het eigenlijk klopt dat men een stamelaar tot wanhoop kan drijven, door bijvoorbeeld aan een knoopje te frunniken terwijl hij aan het woord is. Ik durfde echter niet. Nochtans denk ik dat hij me graag van antwoord zou gediend hebben, want hij leek me echt goed in elkaar te zitten. Ik hoop van harte dat ze hem kunnen helpen, zodat hij eerlang lekker kan kwekken, al moeten ze natuurlijk niet overdrijven, want er zijn er al genoeg die nooit hun kop houden.

The Author