Nagels spuwen

Godvergloeiendetering! Eet een kakkerlak! Krijg het bloedspeen! Blaas m’n zak op! Pijp mijn fluit! Lik m’n roze reet! Stick it up your kasoo! Zak in de stront! Krijg het zeepokkenlazarus! Va te faire pomper chez les Grecs! Dikke in je reet! Drink stront door een rietje! Fuck your shit!

Hèhè, dat lucht op. Ik weet het … Men kan voor zijn goed fatsoen in het openbaar geen dergelijke bloemlezing vloeken en verwensingen in de mond nemen. Mijn goede moeder zou me dan ook streng terechtwijzen als ze dat kon, maar ze is dood. Ik neem het de goden nog steeds bijzonder kwalijk dat ze haar in helse pijnen lieten sterven. Het getuigt eveneens van weinig fatsoen en als de goden zich onfatsoenlijk mogen gedragen, dan ik ook! Ik zal jullie vertellen waarom ik me opeens aan zulke boude termen overgeef. Jullie mogen weten waarom ik struiken uit de grond en duivels uit de hel vloek.

Ik zit van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan mijn computer. Dan rep ik nog niet van de nachtelijke uren die ik voor het scherm doorbreng. Gisteravond liet ik internet en consorten echter voor wat het waard is en gaf mijn pc een beurt … eh … dat klinkt inderdaad behoorlijk pervers … eh … ik omringde mijn pc met vaderlijke zorg. Ik liet scanners op hem los, teneinde hem van virussen en ander ongedierte te bevrijden, de vlooien uit zijn pels te pulken en hem te ontwormen … Ja, ja, voor wat men lief heeft, is men tot veel bereid.

Toen dacht ik: “kom, het is een tijdje geleden dat ik de vaste schijf gedefragmenteerd heb, dus laat ik dat maar even gaan doen.” Morgen brengen! Het programma dat hem ─ is een pc eigenlijk mannelijk? ─ met een defragmentatie moest verwennen, weigerde dienst en riep luidkeels in rode oorlogsletters: “Ik kan de schijfdefragmentatie niet starten.” Geen tekst, geen uitleg, geen commentaar nopens het waarom van deze weigering … en ik wist het natuurlijk ook niet. Kijk, daar krijg ik stenen kloten van. Door zoiets ontsteek ik in vulkanische woede en dolle drift. Dat bezorgt me als mens toch een kunstkop! Ik kwam haast in de kraam. Zoiets kan ik niet hebben. Het maakt de duivel in me wakker en die heeft vele gedaanten. Als ik voor Windows in de beurs moet blazen, verwacht ik dat ze me de reden geven waarom iets niet werkt. En maar zoeken, en maar proberen, en maar mensen op forums lastigvallen …

Vier uur later, toen mijn hele avond al naar de knoppen was, heb ik ontdekt wat er haperde. Een week of wat geleden heb ik een programma mijn register laten opkuisen en verwijderd wat zij onnodig achtten en volgens hen zonder risico kon weggooien. Gelukkig heb ik toen ook een back-up gemaakt van wat ik in de prullenbak dumpte. Door die back-up terug te plaatsen, schoot de defragmentatie zonder verwijl in actie … om me even later laconiek mede te delen dat defragmenteren niet direct noodzakelijk was en derhalve gerust nog even uitgesteld mocht worden. Het huis was te klein.
“Dat het hier allemaal nog in de verf zit”, schuddekopte mijn logeergast meewarig.

“Laat de zon niet ondergaan over je toorn”, zei mijn goede moeder altijd.

Dat was een citaat uit de bijbel (brief van Paulus aan de Efesiërs – hoofdstuk 4 vers 26), want mijn moeder was een vrome vrouw en dat is ze tot op het laatst gebleven, zelfs toen de goden haar aan ondraaglijke pijnen overleverden. Sorry, mama. Ik zal het nooit meer doen.

The Author