Hèhè …

Mijn logeergasten zijn op weg naar huis. Vanmorgen iets over zevenen zijn ze met groot gedruis ten hemel gevaren en als het ze een beetje meezit, zullen ze rond een uur of elf op Tenerife neerstrijken.

Dat hebben we dus ook weer gehad. Ja, ik loos inderdaad een putdiepe zucht van opluchting. Het verstrekken van logies en zo is allemaal wel aangenaam, gezellig en leuk, maar het brengt toch veel overlast met zich mee. Er zijn mensen die graag een vrolijk ontregeld bestaan leiden. Daar hoor ik dus niet bij. Mijn leven moet een beetje op de rails staan en als er logés in je huis vertoeven, kom je soms op een zijspoor terecht. Je bent niet meer je eigen baas. Bezoekers zijn en blijven indringers, ook al ben je die zeer genegen. Visite is leuk, vooral als die weer weggaat.

Ik heb mijn poezen enkele weken uit de logeerkamer moeten weren. Mij kan het niet schelen dat ze zich in mijn bed nestelen, maar anderen zouden daar misschien minder opgetogen over zijn, dus heb ik maar op zeker gespeeld en het slaapvertrek van mijn tijdelijke huisgenoten tot verboden gebied verklaard. De poezelige dames waren het daar volstrekt niet mee eens en gaven soms luidkeels lucht aan hun ongenoegen, maar ik ben streng in dat soort zaken. Te mijnent is mijn wil nog altijd wet.

Toen ik net van de luchthaven thuiskwam, hadden ze dat deel van hun domein reeds heroverd. Moeder en dochter sliepen verzaligd op het bed. De andere dochter hield de wacht. Te dien einde had ze zich boven op de kleerkast gevestigd om vanaf die verheven plek het terrein te overschouwen. Ze keek me aan, met een triomfantelijke blik en met een air van probeer-me-hier-maar-eens-vandaan-te-krijgen. Ik denk er zelfs niet aan!

Alles valt dus weer in de plooi. We kunnen met een gerust gemoed de hondsdagen binnenduiken. Dat horen de warmste, om niet te zeggen heetste dagen van het jaar te zijn, al valt daar vooralsnog niet veel van te merken.

En ja, ik ben me daar toch in een uitstekend humeur. Geef mij een berg, dat ik die kan verzetten!

The Author