Niemendalletjes

Ik heb hier al eerder vermeld dat ik een groot bewonderaar van de betreurde Simon Carmiggelt ben. Hij was een kroegtijger avant la lettre en schreef, op onnavolgbare wijze, succulente cursiefjes over wat hij daar allemaal hoorde en zag. Ik heb me gisteren ook naar zo’n drenkplaats begeven, om inspiratie op te doen, maar de muze van dienst kon me niet echt bekoren. Of toch? Terwijl ik me over een Hoegaarden ontfermde, luisterde ik naar de gesprekken die zich rondom mij ontsponnen en keek ik naar de gezichten van zij die ze voerden. Het zal gek klinken, maar mijn aandacht spitste zich toe op de oren van de aanwezigen en meer bepaald op de aanhangsels die men bij dat zintuig aantreft: de oorlellen. Het zijn gewis niet de interessantste lichaamsdeeltjes, maar als je eenmaal met een vergelijkende studie begint, kan je ’t ook niet meer laten. Je hebt ze in alle vormen en formaten. Soms zijn ze klein en vertederend; andere lijken op malse biefstukjes en een zeldzame keer ontbreken ze helemaal. Wat is eigenlijk de functie van die vleeslapjes? Ik kan me niet voorstellen dat ze louter tot verfraaiing van het uiterlijk dienen en voorbestemd zijn om allerhande edele gesteenten en metalen te torsen. Nee, ze moeten wel degelijk een reden van bestaan hebben, maar wat is die reden?

Ik hoopte dat internet mijn vraag zou beantwoorden, maar ook daar heb ik niet gevonden wat ik zocht. Ik ben wel een hoop wijzer geworden. Nu weet ik bijvoorbeeld dat:

  • het oor het enige gedeelte van het hoofd is, dat al vanaf de geboorte zijn definitieve vorm heeft
  • de ronde oorlel, die in grootte ongeveer een vierde van het ganse oor beslaat, de ideale vorm is
  • mensen zonder of met kleine oorlellen een zwakke wil hebben
  • de oorlel die spits naar onder toeloopt op een instinctieve wilskracht duidt
  • de brede, vierkantige oorlellen bij de doordrijvers horen

Tot slot nog een wijze raad: als je ooit je vingers verbrandt, druk die dan tegen je oorlel en de pijn zal onmiddellijk verdwijnen. Dat beweert men althans en ik neem het voor goede munt aan, want ik voel me vooralsnog niet geroepen om proefondervindelijk vast te stellen of dat inderdaad met de werkelijkheid strookt.

Kennen jullie trouwens de benaming van het stukje kraakbeen aan de voorzijde van de oorschelp, dat ik op de afbeelding hieronder met een rode pijl aangeduid heb? Dat is de tragus, meervoud tragi. En nee … ik heb er werkelijk geen idee van waar die uitsteekseltjes toe dienen.

The Author