‘t Kan ooit van pas komen

Dat mijn grootmoeder van vaderszijde een verwoed verzamelaarster was, hebben wij pas na haar heengaan ontdekt. Bij het opruimen van alles wat haar bestaan begeleidde en haar dood overleefde, kregen wij de ene collectie na de andere in handen. We vonden schoenendozen met postzegels, sigarenbandjes, luciferboekjes, suikerzakjes, ansichten, huwelijksberichten, geboortekaartjes, rouwbrieven, bidprentjes … en zelfs een dozijn pakketjes zilverpapier, die ze na het oppeuzelen van de erin verpakte lekkernijen netjes gladgestreken en bewaard had. Ik vrees dat ik in hetzelfde gasthuis ziek lig.

Mijn werkkamer ─ beter bekend als miene bero ─ is een ruim vertrek van ongeveer 9 bij 6 meter en toch kun je er haast je kont niet keren. Weinigen hebben daar last van, want de ingewijden die dit sanctum sanctorum mogen betreden, zijn dun gezaaid. Het is mijn territorium en pottenkijkers zijn er niet welkom. Er staat een mastodont van een schrijftafel, dewelke gebukt gaat onder de fierelefratsen die ik tijdens de arbeid gebruik, en een aantal zitmeubelen die weliswaar hun beste tijd gehad hebben, maar niet in het milieupark belanden omdat ik eraan gehecht ben. Daar begint het al: ik kan moeilijk afscheid van iets nemen. Alle beschikbare muren en wanden verschuilen zich achter kasten en die kasten zijn op hun beurt onzichtbaar door hetgeen ze bevatten: boeken, kranten, tijdschriften, albums, mappen, dozen … en vanzelfsprekend allerhande prullaria, want ook ik ben een verwoed collectioneur. Niet te filmen! Hoe is het gods ter wereld mogelijk?

Ik verzamel ongeveer alles, maar mijn voorkeur gaat uit naar boeken, pennen en papier. Ik heb er werkelijk geen idee van hoeveel boeken ik de mijne mag noemen, maar het zijn er duizenden en ik slaag er nog steeds niet in om een winkel waar ze die verkopen voorbij te lopen. Soms maak ik een omweg, teneinde de verleiding te slim af te zijn. Ook de verlokking van pennen vermag ik niet te weerstaan. Ik kan ongetwijfeld alle inwoners van een arm Afrikaans land van schrijfgerief voorzien en nog wat voor mezelf overhouden, maar ik blijf me die dingen aanschaffen, om ze vervolgens nooit te gebruiken. Papier dan. Ik heb er machtige stapels van in voorraad, in alle kleuren van de regenboog, zowel houtvrij als houthoudend, zowel handgeschept als machinaal …

Help!

The Author