Orgastje

Ik heb een afwijking … herstel … ik heb een aantal afwijkingen, maar een daarvan wil ik vandaag even onder de loep nemen. Eigenlijk beschouw ik het niet echt als een aberratie, maar eerder als een aanwensel, of een hebbelijkheid.

Naar verluidt zouden er mensen bestaan die zich met andermans dessousartikelen inlaten. Zij verzamelen geen postzegels, doodsprentjes of geboortekaartjes, maar luchtige lingerie, roekeloze niemendalletjes en ander verwaarloosbaar ondergoed, dewelke zij als fetisjen koesteren. Sommigen hebben zelfs de toch wel vreemde gewoonte om uitvoerig hun collectie te besnuffelen en dat merkwaardig genoeg als zeer opwindend te ervaren. Frisse morgen! Je wil er toch niet bij zijn!

Nochtans is er met mijn snotkoker ook iets niet helemaal in de haak. Ik werd er deze week nog maar eens mee geconfronteerd toen ik van de krantenboer thuiskwam, waar ik onder meer de Humo gekocht had. Dat uitstekende weekblad verwent zijn lezers soms met een extraatje, zoals bijvoorbeeld een condoom met bananensmaak, een condoom met ribbels, een ijskrabber die tijdens onze ongemeen strenge winters zeer zeker zijn diensten bewijst, een zakje knikkers, zes flesjes bier … en nu bieden ze hun lezers regelrechte meesterwerken aan voor een prijs die je niet kunt laten lopen. Te dien einde hebben ze volgens hun zeggen vier Nederlandstalige literaire reuzen uit de hedendaagse literatuur geselecteerd en die een fraaie kaft aangemeten. Zodoende kon ik deze week Het Verdriet van België van Hugo Claus op de kop tikken voor slechts € 6,90 en dat heb ik dus gedaan, hoewel ik dat werk al in mijn bezit heb en ik het zogeheten oogstrelende ontwerp van die kaft — juichend geel als een koolzaadveld — van een haast weerzinwekkende lelijkheid vind getuigen.

Toen ik echter het boek opensloeg … aah … ik boorde mijn neus diep in de reet tussen de pagina’s, om die verrukkelijke geur van papier en drukinkt op te snuiven. Wat een opwinding! Nu ja, jullie hoeven zich daar niet meer bij voor te stellen dan het is. Ik krijg er geen allesoverheersende erectie van, al kan ik niet ontkennen dat er in mijn hersens een bijzonder genoeglijk, ja haast orgastisch explosietje plaatsgrijpt, dat ik om die reden een orgastje noem.

Ik vergreep me op gargantueske wijze aan Hugo Claus en toen had ik natuurlijk de smaak te pakken. Gisteren begaf ik me naar de boekhandel om daar een uurtje rond te dwalen. Af en toe pakte ik een boek, sloeg het open en wendde grote bijziendheid voor, zodat ik mijn neus dicht bij het papier kon brengen … om uitbundig te snuiven. Ik ben zelden zo bevredigd naar huis teruggekeerd.

The Author