Een onbehouwen stuk vlees

Het kan haast niet anders of ik heb hier al eens vermeld, dat het vermalen van kauwgum in mijn ogen een verfoeilijke bezigheid is en dat ik het aanschouwen ervan als buitengewoon onappetijtelijk ervaar. Nog vulgairder vind ik mensen die zich spugend van overtolligheden ontdoen. Het zou naar verluidt in China en ook op voetbalvelden een ingesleten gewoonte zijn, maar dat heb ik dus enkel van horen zeggen, want ik ben nog nooit in China geweest en ook voetbalvelden zijn bij mij onbekend terrein.

Gisteren diende ik een nogal ruig manspersoon in mijn auto onder te brengen en naar de luchthaven te transporteren. Ik had nog maar net een plaatsje op de snelweg veroverd toen hij rochelend een fluim opdiepte, die hij vervolgens doodgemoedereerd op het portierraam naast hem spuwde.
─”Bewaar me, zeg!” riep ik ontzet.
─”Ik dacht dat de ruit neergelaten was”, grinnikte hij.
Met zijn zakdoek probeerde hij de klodder te vangen, waarna hij met zijn mouw de vieze strepen op het glas probeerde weg te boenen.

Kilometers verderop gaf hij wederom een kwalster de vrijheid. Hij spuwde die echter niet in achterwaartse richting, maar voor zich uit, waardoor die gejaagd door de wind opnieuw mijn auto binnendook en zich glanzend van vergenoegdheid op de revers van zijn jasje neervlijde.
─”Als je ’t riskeert om nog een keer te spugen, sta je te voet”, dreigde ik kokhalzend.
─”Ik zal het niet meer doen”, beloofde hij.

En om zijn woorden kracht bij te zetten, liet hij een een knallende scheet.

The Author