Ik ben ‘t wat kwijt

“Het zot rijst tegen de hoogdag”, is een uitdrukking die men in het pretpark West-Vlaanderen bezigt, zij het in afnemende mate, om aan te duiden dat mensen zich gekker gaan gedragen naarmate er een hoogdag nadert. Aangezien het over anderhalve week Pasen is …

Gisteren las ik een vermakelijke anekdote, neergeschreven door een dame die geregeld tegen zichzelf en haar leeftijd aanloopt en haar lezers deelgenoot maakt van haar keutelarijen. Ze had in een kringloopwinkel een diabolo op de kop getikt en hoopte daarmee haar kleinkinderen te verblijden. Toen ze met dat speeltje thuiskwam, kon ze het natuurlijk niet laten om er zelf mee aan te slag te gaan, hetgeen op een mislukking uitdraaide. Vervolgens zou haar echtgenoot even tonen dat hij de kneepjes kende. Hij ging weliswaar op krachtpatserige wijze aan het demonstreren, maar diende binnen de kortste keren zijn nederlaag toe te geven. Ook de zoon bracht er niets van terecht. De kleinkinderen daarentegen …

Beweert men niet dat jeugdsentiment doorgaans de eerste ouderdomskwaal is? Na het lezen begaf ik me als de vliegende reetscheet naar een berghok, dat ik met grote vastberadenheid overhoop begon te halen, want ik kan aardig wat verstouwen als ik op stoot ben. Ik zocht en vond de diabolo die ik in lang vervlogen tijden, toen ik nog klein en boosaardig was, met verbluffend gemak op het koordje in evenwicht hield en zelfs kon laten zweven. Ik zat wat met dat duivelse tuigje te klooien, maar laat het resultaat daarvan hier liever onvermeld, want ik bakte er niks van en het leek nergens naar. Ook de jojo, alias de klimtol, die ik daarna in handen kreeg, kon ik nauwelijks tot tollen bewegen, om van het klimmen nog te zwijgen. De hoelahoep die ik vroeger met sprekend gemak wel tweehonderd keer rond mijn slankgegorde lichaam liet wervelen, viel nu na een halve omwenteling op de vloer, als een onderbroek waarvan het elastiek geknapt is.

Toen echter, stuitte ik onverhoeds op dat merkwaardige instrument, waarvan de geheime krachten nog steeds in nevelen gehuld zijn …

… maar met jullie goedvinden kom ik daar morgen op terug, want ik voel me nu nog steeds wat mistroostig door de confrontatie met mijn onkunde. Bovendien ben ik de mening toegedaan dat overdaad schaadt, althans wat de lengte van de schrijfsels op Uilenvucht betreft, want ik heb niets tegen de bourgondische exuberantie die de Vlaming kenmerkt.

The Author