De kommaneuker

Een vriendin vergastte me gisteravond op het nogal onverkwikkelijke wedervaren van iemand uit haar kennissenkring, die een aantal maanden geleden naar Bangkok gereisd was …
─”… en toen hij daar op zijn dooie gemak door een winkelstraat kuierde, ontplofte plots een bom die men in een vuilnisbak verborgen had.”
─”Ja,” kon ik het weer niet laten om daar een kanttekening bij te maken, “ze ontploffen tegenwoordig steeds plotser, die bommen.”

Ze wierp me een aantal mesblikken toe en sneed vervolgens een ander onderwerp aan: het feestje dat op oudejaarsavond te harent zou plaatsgrijpen.
─”Zou je geloven dat ik het echt niet zie zitten om de hele dag achter het fornuis te staan?” zei ze en ze zuchtte grondeloos diep.
─”Ik ben er wel zeker van dat je dat niet zult doen”, meesmuilde ik en ik genoot even van de verbazing die ik oogstte. “Jouw fornuis staat namelijk tegen de muur, dus kun je er onmogelijk achter staan.”
─”Tjonge, wat zijn we weer goed op dreef vandaag!” sloeg ze een ruzietoon aan. “Stop er een kurk in, mannie, en hou toch eens op met je zwakke verhaaltjes.”

Ik heb niet zuinig stroop moeten smeren en lapzalven om de in de gordijnen gejaagde katten terug naar de begane grond te brengen.

The Author