De bezige bij

We hingen op hoge krukken aan de tapkast en hielden een kwieke stroom van opgeruimde komkommerpraatjes gaande.
─”Wat ik vragen wou …” zei hij opeens. “Ben je toevallig een liefhebber van honing?”
─”Da’s een ding dat zeker is”, antwoordde ik zonder de waarheid geweld aan te doen.

Als ik op zondagmorgen een genereuze sliert van dat spul in de geopende zijde van een knisperende croissant laat vloeien, zit ik daar meestal met een jarig gezicht en spinnend van verwachting naar te kijken.

─”In dat geval heb ik een faveurtje voor je dat je niet kunt laten lopen”, verkondigde hij met kleverige handelsreizigersvlotheid. “Ik kan je loepzuivere Pyrenese honing bezorgen voor slechts twee euro het kilogram. Tel uit je winst!”
─”Prijs de hemelen!” riep ik, want ik was al lang lekker. “Da’s een weggevertje.”
─”Zo is ’t maar net”, knikte hij. “Zal ik een kilootje voor je reserveren?”
─”Doen!” hapte ik toe en ik kwam al dusdanig in een luxueuze stemming, dat ik even met de gedachte speelde om meteen maar twee kilo te bestellen. “Je zit me toch niet in de zeik te nemen, wel?”
─”Ik zou niet durven”, monkelde hij. “Je zult wel wat geduld moeten oefenen, want de imker beschikt voorlopig nog maar over één bijtje.”

Christene zielen! Ik ben nog makkelijker te pakken dan een slak. Soms vraag ik me af wat er mijn oren gescheiden houdt.

The Author