Over koetjes en kalfjes … en schapen

Ik ben gisteren, tweede kerstdag, naar de lokale drenkplaats afgezakt, om er een kerstlied ten beste te geven en allen daar aanwezig, toch zeker zij die van goede wil waren, vrede op aarde toe te wensen. Vervolgens vestigde ik me op een kruk aan de tapkast en zette er een boom op, tijdens het innemen van een aantal sfeerverhogende slokken.

Een zeer verzopen man deed ons kond van een weinig benijdenswaardig wedervaren: een heerschap, wiens uiterlijk verried dat hij weleens lekker gegeten had en die met andere woorden zo dik was dat er een planeet rond zijn kont cirkelde, kwam tijdens de voorbije week ten val op een besneeuwde stoep …

“… en lag daar uitgebreid te kerwietelen en te trillebenen”, zei de verhalenverteller. “Als men hem niet op de been geholpen had, zou hij scharmaaiend aan zijn eind gekomen zijn als een verwenteld schaap.”

Kerwietelen is jammeren, trillebenen is spartelen en scharmaaien is een in onbruik geraakt woord voor het zwaaiend bewegen van ledematen, maar van een verwenteld schaap wist ik geen tittel of jota. En toch bestaat het.

Een schaap dat op zijn rug belandt, kan blijkbaar niet op eigen kracht overeind komen en is, als niemand het een zetje geeft, ten dode opgeschreven. Eerst wilde ik er ook niet aan, maar het is allerminst een verzinsel, zoals zal blijken als jullie even googelen of gewoon deze link aanklikken: verwenteld schaap.

Als het leven me ooit met een verwenteld schaap confronteert, zal ik dat dier vanzelfsprekend graag een opkontje geven. Hopelijk zijn er dan geen fotografen in de buurt, want hoewel ik nauwelijks last heb van menselijk opzicht wil ik er toch de naam niet van hebben dat ik liefdesbetrekkingen aanknoop met een schaap.

The Author