Waar de lemuren gluren

Miasma … Kennen jullie dat woord? Zo noemde men eertijds de van rottende vegetatie afkomstige schadelijke of giftige dampen, die uit moerassen opstegen en ziekten teweegbrachten bij mens en dier. Tegenwoordig staat het ook voor de dramatische sfeer en het daarmee gepaard gaande onheilspellende voorgevoel dat men krijgt als de plek waar men zich bevindt gevaar uitwasemt.

Het miasma wervelde bijna tastbaar om me heen toen ik de auto benaderde, die al sinds gisterenmiddag op een pad in de buurt van mijn woning staat en daar enigszins de doorgang verspert. Zoals jullie wellicht al weten, houd ik hoofdkwartier in een bos en het gebeurt dus wel vaker dat voertuigen zich tussen de bomen verschuilen, omdat de inzittenden ervan aan mekaar willen tengelen, om van de rest nog te zwijgen. Dat zijn door de bank genomen bezigheden van tamelijk korte duur, die volgens mij slechts in uiterst zeldzame gevallen een heel etmaal in beslag nemen, dus werd dat oponthoud door iets anders veroorzaakt.

Bossen en wouden oefenen een sterke aantrekking uit op luiden die het daglicht schuwen, of zich willen overgeven aan echte verdorvenheid, zoals bijvoorbeeld het liquideren van hinderlijke elementen. Ik bereidde me voor op de confrontatie met een gorgonisch tafereel: kogelgaten, een gekloofde schedel met uitstulpende hersenkwabben, versplinterde botten die uit gapende wonden priemen, de bloederige brij van in flarden gescheurd vlees, lillende darmen … Tot mijn grote opluchting bleek de auto leeg te zijn. Wel zag ik voetstappen in de sneeuw, die zich naar de rand van het pad begaven en daar tussen de bomen verdwenen, maar ik waagde me niet dieper het bos in, teneinde de eventuele confrontatie met een aan een tak bungelend lichaam te vermijden.

Ik heb de politie gebeld.

The Author