Dubbelgangers

Ik moest bij ze in de buurt wezen, dus wipte ik even binnen bij een stel met wie ik niet echt nauw gelieerd ben, maar toch contact houd.

Ik daalde neer in een vleesetende fauteuil en raakte in een gesprek verwikkeld over de dingen des levens. Opeens begon de vrouw des huizes driftig door een tijdschrift te bladeren en gooide dat toen geopend voor me neer.
─“Dat heb je wel mooi voor ons verzwegen”, ginnegapte ze.
─“Wat?” vroeg ik.
─“Kijk dan!” gebood ze en ze wees me de plek aan. “Je hebt ons niet eens een kaartje gestuurd.”

Een van de foto’s die een artikel over Boedapest verluchtten, vertoonde het fraaie interieur van de aldaar gevestigde Hongaarse Staatsopera. Er greep kennelijk een voorstelling plaats, want de bonbonnière was tot de nok gevuld met allemaal keurig uitgedoste dames en heren. En wie zat daar op de eerste rij, gehuld in een smetteloze smoking en voorzien van een speels vlinderdasje? Ik!

Nu is er echter een probleem. Ik ben nog nooit van m’n leven in Hongarije geweest, laat staan in Boedapest en laat nog meer staan in de Opera van die stad. Er moet daar dus iemand anders zitten, maar dan wel iemand die zo frappant op me lijkt, dat ik me zelf zou kunnen vergissen. Ik geloofde werkelijk niet wat ik zag.

Ik ben vroeger ook al eens door kennissen in Wenen opgemerkt, terwijl ik helemaal aan de andere kant van de wereld vertoefde. Die waren me zelfs vrolijk tegemoet gesneld om me te begroeten, waarna bleek dat ik geen woord begreep van wat ze zegden.

Ik heb nooit veel geloof gehecht aan de bewering dat er van ons allemaal een of meerdere dubbelgangers over de aardkloot hossen, maar een mens zou toch beginnen twijfelen. Als jullie me dus ooit ontmoeten, dan ben ik het waarschijnlijk niet.

The Author