Categorie: Prietpraat

We hebben de ochtend weer gehaald

Ik heb vannacht slecht geslapen en ik geloof dat ik dat niet leuk vind. Ik ben alleszins in een recalcitrante bui en dat uit zich bij mij vooral in een neiging tot pietluttigheid. Wie of wat zal ik vandaag eens op de korrel nemen? Hocus pocus en simsalabim! Het wordt Kirsten Flipkens.

Zij is een tennissend meisje en op Wimbledon bereikte ze onlangs tegen de verwachting in de halve finale, maar toen zakte ze in mekaar als een soufflé. Nu ja, zelf bleef ze overeind, maar haar ballen … eh … haar tennisspel liet veel te wensen over.

Ze verloor. Haar teleurstelling daaromtrent was niet onoverkomelijk en zelfs van korte duur, want in een interview achteraf verklaarde ze: ik heb er met 1000 percent van genoten.

Dat is dus onmogelijk. Duizend percent bestaat niet en dus beweerde Flipkens eigenlijk het tegengestelde van wat ze bedoelde. Volgens haar zeggen heeft ze absoluut niet van die halve finale genoten.

Is het nu gedaan, ja, met al die onnozele uitdrukkingen!?

Met een baard

autopedDe leden van een fietsclub zaten op een door de zon beschenen terras van in hoofdzaak brave vloeistoffen te genieten, toen er plots een manspersoon verscheen die zich op een step voortbewoog, hetgeen me een nogal belachelijke manier van zich verplaatsen lijkt. Ik vind step trouwens een lelijke benaming voor het tuig in kwestie. Autoped eveneens. Ik verkies het in mijn Vlaamse dialect gangbare trottinette.

Het was allesbehalve kinderspeelgoed dat hij behoedzaam aan het fietsenrek toevertrouwde, maar een volwassen trottinette. Getooid met de ronduit ridicule uitmonstering die recreatieve fietsers en kennelijk ook trottinetters omgorden om zich op weg te begeven, betrad hij het terras. Ik zat met gespitste oren te wachten op wat komen moest, want het was opgelegd pandoer dat het zou gebeuren. Even leek het erop dat het zou uitblijven, maar nee hoor!

─”Ik zou toch maar oppassen als ik jou was”, sprak een van de fietsers. “Straks is je ene been langer dan je andere.”
─”Vandaag moet je de zesde zijn die me dat zegt,” antwoordde de trottinetter, “maar toch bedankt voor de waarschuwing.”

Het was zo voorspelbaar.

Dante achterna

Per stalen … eh … aluminium ros fietste ik door het bos waar Maria van Bourgondië ooit aan haar laatste rit per authentiek ros van vlees en bloed begon. Niet veel later zou ze op tamelijk onelegante wijze van dat paard tuimelen en dat met haar leven bekopen.

Zoals het me wel vaker overkomt als ik me onder pathetische boomgewelven ophoud, begon ik plots van dichterlijk vuur te blaken en declameerde ik een vermaard vers uit La Divina Commedia van de Florentijnse dichter Dante Alighieri:

Nel mezzo del cammin di nostra vita
mi ritrovai per una selva oscura,
ché la diritta via era smarrita.

Op het midden van mijn levensweg
bevond ik mezelf in een donker woud
want de rechte weg was verloren gegaan.

Wie een beetje belezen is, zal weten dat Dante vervolgens bij de hellepoort terechtkwam met het niet bepaald uitnodigende opschrift:

Lasciate ogni speranza, voi ch’intrate.

Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt.

Gelukkig was de rechte weg voor mij niet helemaal verloren gegaan, want toen ik erin slaagde me uit het bos te bevrijden, kwam ik terecht bij het soort etablissement dat men een landelijke herberg pleegt te noemen. Ik liet de hoop niet varen dat ik daarbinnen lafenis zou aantreffen, stalde mijn ros en duwde aarzelend de deur open …

Als jullie willen weten wat er toen gebeurde ─ en dat loont de moeite ─ moeten jullie morgen naar hier terugkeren. Nu ik eindelijk door de muzen omhelsd word, zal ik me eerst aan het schrijven van een koningslied wijden. Ik vermoed namelijk dat Berten en Fluppe binnenkort naar Nederlands voorbeeld ook een wisseldans zullen uitvoeren … Changez!

Spaar ons!

Achteropwerkers

Er ontplooide zich een wielerwedstrijd op het ruitje en plots kregen drie coureurs het in hun bolle kop om uit het peloton te ontsnappen. Soms doen renners dat, vooral als ze op de overwinning azen, want daarvoor moet je vanzelfsprekend als eerste over de meet komen. Het zal eenieder duidelijk zijn dat men zijn zegekansen aanzienlijk verbetert door bijvoorbeeld voorsprong te nemen.

Een manspersoon die de sportieve gebeurtenis van niet al te deskundige en nogal dialectische commentaar voorzag, had de actie ook opgemerkt en wilde daar ten behoeve van de kijkers wat over kwijt.
“Nu hopen ze in hun achterste dat er nog een paar man bijkomen”, verkondigde hij.

Het zal ongetwijfeld zo zijn dat er ook gelijkslachtig geaarde wielrenners bestaan, die derhalve de Griekse beginselen toegedaan zijn, maar dat hun achterste tijdens een wedstrijd de komst van mannen verbeidt, vind ik een nogal wilde gissing. Daarom wil ik de verslaggever in kwestie het voordeel van de twijfel geven en aannemen dat hij niet achterste, maar achterhoofd bedoelde.

Habemus papam?

witterookIk zou bezoek over de vloer krijgen en legde het haardvuur aan, om het wat gezelliger te maken en ook een beetje voor de warmte natuurlijk, want hoewel er wellicht niemand bis of encore riep, heeft de winter toch besloten om ons op een toegift te trakteren. Toen ik me naar buiten begaf om daar een voorraadje brandhout op de kop te tikken, arriveerde er net een van mijn vrienden.
─”Habemus papam!” riep hij en hij wees naar de witte rook die uit de schouw opsteeg.

Als de nieuwe paus verkozen is, kringelt er immers witte rook uit een tijdelijk schoorsteentje van de Sixtijnse kapel, die als stemlokaal fungeert. Niet veel later verschijnt er dan een katholieke hoogwaardigheidsbekleder op een balkon van het Vaticaan en die verkondigt naar aloud gebruik en met luider stem: Habemus papam!

Dat is Latijn en het betekent zoveel als: Wij eten pap! De katholieken beschouwen het eten van pap namelijk als een uiting van grote vreugde en gelukzaligheid, want het is genoegzaam bekend dat men ook in de hemel naar hartenlust rijstpap verorbert.

In weerwil van die witte rook en mijn verkiezing tot paus heb ik mijn bezoek van gisteravond geen pap voorgezet.

Zouden er ook sprinkhennen bestaan?

Egypte wordt geteisterd door een sprinkhanenplaag. In dichte drommen zijn naar schatting dertig miljoen van die griezels tijdens het voorbije weekend in de buurt van Caïro neergestreken. Het Egyptische ministerie van Landbouw heeft vanzelfsprekend de grote middelen ingezet om het hoofd te bieden aan deze invasie en het duurde dan ook niet lang of ze kwamen met een geruststellende mededeling.

sprinkhanen

Ik heb daar toch een paar opmerkingen bij:

1. 17.452 gesneuvelden op een totaal van 30.000.000 mansch… eh … sprinkhaanschappen vind ik allerminst een resultaat waarmee men kan uitpakken.
2. Hoe kunnen ze het aantal slachtoffers zo nauwkeurig bepalen?
3. “Nearly 17.452”, beweren ze. Wat is dat nu voor nonsens? Als je een precies getal opgeeft, hoort daar geen ‘bijna’ of ‘ongeveer’ bij, want dat sorteert een onnozel effect. Bijna en ongeveer gebruikt men enkel bij een rond getal dat het werkelijke aantal benadert: in dit geval dus bijna 17.460 of ongeveer 17.400).

Zo! Ik heb mijn portie muggenziften weer gehad en kan me nu met opgewekt gemoed aan de dagtaak wijden.

Let op je woorden!

Als ik in een gesprek iets verkondig en mijn toehoorders staren me aan alsof ik een buitenaards wezen ben ─ hetgeen vanwege mijn ongebreidelde fantasie niet zelden gebeurt ─ durf ik mijn bewering al eens te staven met:
“Er mag een ruimtekei op mijn kop vallen als het niet waar is.”
Ik gebruik ruimtekei, omdat ik moeite heb om meteorieten, asteroïden, planetoïden en wat dies meer zij uit mekaar te houden.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen van gisteren heb ik echter besloten om voortaan wat minder lichtvaardig met die woorden om te springen en me van een andere uitdrukking te bedienen:
“Ik mag een tweede navel krijgen als het niet waar is.”

Bestaan er eigenlijk mensen met twee navels? Ik ben al aan het googelen.

Het schort me in de kruin(en)

kruinIk ben geboren en getogen met een dubbele haarkruin. Nu is dat niet echt een buitengewoon uitzonderlijk fenomeen, maar het is toch voldoende zeldzaam om de voedingsbodem te zijn waarop bijgeloof en bakerpraat welig tieren. Ik maak even de balans op.

Mensen met twee kruinen:

    • zijn buitengewoon slim.
      Dat is volkomen waar. Ik ben een wonder van intelligentie (en ook van charme en erotiek, maar dat doet hier niet ter zake).
    • zullen meer dan één vrouw hebben.
      Oei! Dan mag ik wel opschieten, want ik heb nog steeds niemand gevonden die op me rijmt.
    • zijn gelukkig in geldzaken.
      Juist! Ik heb vanmorgen dankzij een kraslotje vijf euro binnengerijfd.
    • maken veel reizen.
      Zo is ’t maar net. Ik globetrot met heilige bezieling en geïnspireerde toewijding.
    • zullen brood eten op twee continenten.
      Fout! Ik heb niet op twee, maar op vijf werelddelen brood gegeten.
    • zijn zeer ondeugend.
      Inderdaad! Ik ben nogal een patéke, hoor!
    • zullen in minstens twee landen leven.
      Akkoord, maar het is niet mijn verdienste dat ik een Vlaamse gaucho ben.
    • hebben vaak een slecht humeur.
      Tja, ik ben vaak in een humeur dat me naar een drankhol drijft, maar of dat nu een slecht humeur is …
    • zijn opvliegend.
      Daar kan geen twijfel over bestaan. Het is verbazingwekkend dat het hier te mijnent nog allemaal in de verf zit.
    • hebben grote kans om de verdrinkingsdood te sterven.
      Dat valt af te wachten, want je kunt veel van me zeggen, maar niet dat ik een verzopen man ben (gezochte woordspeling).

Het enige dat ik met zekerheid weet, is dat de kapper mij niet graag ziet komen. Zijn arbeid, hoe noest die ook is, resulteert steevast in een bespottelijk en chaotisch kapsel dat naar de naam coupe windhoos luistert en mij de titel Bolsjewiek bezorgde.

Farceboek

Een kennis van me, M., raakte betrokken in een smartelijk ongeval. Nu is smartelijk een onheilspellend adjectief. De arme man schoot er dan ook het leven bij in. Toen ik dat vernam, begaf ik me met enigszins ongepaste nieuwsgierigheid en rasse muisklik naar zijn stek op Facebook, waar men zonder veel poespas kond deed van zijn verscheiden:
“Het spijt ons u te moeten mededelen dat M. omgekomen is in een smartelijk ongeval.”

En daaronder stond heel laconiek:
leuk

Ik wil me niet met andermans zaken bemoeien, maar volgens mij heeft Facebook dringend behoefte aan een knopje, waarmee men kan laten blijken dat men een bepaalde mededeling betreurt.

Directiesecretaresse

Verleden week diende ik me voor zaken naar New York te begeven.

Ja, ik ben er me van bewust dat het nogal snoeverig klinkt, maar het strookt wel met de waarheid en waarom zou ik die geweld aandoen? Nu hou ik wel van The Big Apple, want het is een alleraardigst stadje en het propperige eilandje Manhattan is een bezoek meer dan waard, maar ik ben er niet graag in mijn eentje. Ik merk het wel dat jullie fronsen en jullie hebben natuurlijk gelijk: in New York ben je nooit alleen. Ik bedoel echter iemand die standvastig aan mijn zijde vertoeft. Met klinkende argumenten kan men zich waar ook ter wereld en zeker in New York van gezelschap voorzien, maar dan valt het niet te voorspellen wat voor vlees er in je kuip belandt. Ik spendeer trouwens nooit geld aan iets wat ik ook gratis kan krijgen.

Ik nam dus een vriendin mee. Laten we haar Gezellin noemen. Zo heet ze niet, maar ik mocht haar hier enkel onder schuilnaam opvoeren. Als jullie het eind van mijn tekst bereiken, zullen jullie begrijpen waarom ze waarschijnlijk liever niet herkend wil worden. De vlucht en het hotel werden betaald door de New Yorkse uitgeverij waarvoor ik regelmatig teksten vertaal, dus hoefde ik het voor de centen niet te laten. We maakten er een zesdaagse van.

De vliegreis verliep vlekkeloos en ook de J.F.Kennedy Airport handelde snel met ons af, want we dienden niet lang op onze bagage te wachten en ook de douaneformaliteiten zorgden voor weinig oponthoud. Ik heb het daarginds ooit anders meegemaakt.

limousineMen verwachtte ons. Ten prooi aan virulente verveling hield een geüniformeerde pommadehengst een bordje omhoog, waarop in precieuze schoonschriftletters mijn fout gespelde naam en Belgium geschreven stond. Ik maakte me kenbaar en de man liep ons voor naar een praalgraf op wielen … eh … een beddenwagen van hier tot gunter, die uitnodigend portieren opensperde.
─”Moord Errietje!” gaf Gezellin luidkeels lucht aan haar verrukking. “Is er een zwembad aan boord misschien? Allez, we hebben weer bekijks. Doctor Vanzwiereltruis en zijn erectiesecretaresse arriveren in New York en begeven zich met grote middelen van vervoer naar Manhattan. Sorry hoor, mensen! Die het lang heeft, laat het lang hangen …”
─”En die ’t nog langer heeft, laat het slepen”, riep een meisje dat, een enorme rugzak torsend, achter ons langs liep. “Ik zal me wel het hernia zeulen!”
Daar keken we beiden van op.
─”Ik wist niet dat men in New York West-Vlaams sprak”, grimaste Gezellin. “Zou ze ’t gehoord hebben van die erectiesecretaresse?”